Deze keer een artikel over de Duitse kustverdediging ter zee en inbeslaggenomen kotters door de Duitse bezetter. Verschillende Texelse kotters ontkwamen daar niet aan en werden zodanig aangepast dat ze voor specifieke doeleinden konden worden ingezet.
Veel kotters werden in de oorlog omgebouwd tot zogenaamde Vorpostenboot (Vorpostensicherungsboot) en voorzien van luchtafweergeschut, waarbij ze werden gebruikt als patrouillevaartuig en om scheepskonvooien te beveiligen. Tot deze categorie schepen behoorden onder andere de TX4 "Texelstroom", TX11 "Drie gebroeders", TX32 "Ora Et Labora", TX33 "De Poolster", TX37 "Anthonie" en TX51 "Arie Geertje".
Behalve de Vorpostenboote opereerden er ook nog verschillende andere typen vaartuigen bij de door de Duitsers te verdedigen kusten: Havenschutzboote, Minensuchboote, Räumboote, Sperrbrechers en Schnellboote. In tegenstelling tot de andere schepen waren de Minensuchboote, Räumboote en Schnellboote geen geconfiskeerde schepen, maar ik noem ze hier toch even om het overzicht compleet te maken.
De Havenschutzboote, waarvoor ook enkele Texelse kotters zijn omgebouwd, waren voornamenlijk actief in de bescherming van havens. De Minensuchboote, Räumboote en Sperrbrechers werden gebruikt voor het opsporen en opruimen van mijnen die veelal door Engelse vliegtuigen voor de kust waren gedropt. Daarbij waren de Minensuchboote de standaard schepen voor het opsporen van mijnen; De Räumboote waren kleine wendbare schepen en werden voor dat doel gebruikt in ondiepe kustwateren en havens. Sperrbrechers waren bijzondere mijnenvegers... Dit waren omgebouwde vrachtschepen die een versterkte romp hadden gekregen en uitgerust waren met een systeem voor het genereren van een magnetisch veld, waardoor zeemijnen die waren voorzien van een magnetische ontsteking, voortijdig tot ontploffing konden worden gebracht.
De Schnellboote hadden in tegenstelling tot de andere schepen geen defensieve, maar een offensieve taak. Het waren kleine snelle torpedoboten die vooral in de nacht werden ingezet en in Nederland opereerden vanuit de havens van IJmuiden en Rotterdam.
De meeste Texelse kotters zijn na de oorlog weer teruggekeerd naar het eiland, maar de TX11, TX24 en de TX33 kwamen niet meer terug…
Tekst: Jan Nieuwenhuis
Bijschrift foto: Kotter omgebouwd tot Vorpostenboot